Er zijn een aantal keuzes die de hoogte van uw pensioen bepalen. Als u met pensioen gaat, kunt u gebruik maken van deze keuzes. Het is belangrijk dat u goed nadenkt over deze keuzes, want achteraf kunnen deze keuzes niet meer worden gewijzigd. U kunt uw pensioen ook in laten gaan zonder gebruik te maken van een van de keuzes.
In onze pensioenregeling gaan wij er vanuit dat u pensioen ontvangt vanaf uw 68e. U kunt ervoor kiezen om uw pensioen eerder te ontvangen. U kunt uw pensioen al laten ingaan vanaf de eerste dag van de maand waarin u 55 jaar wordt.
Als u uw pensioen eerder ontvangt, betekent dit dat u eerder stopt met pensioen opbouwen. Uw pensioen wordt hierdoor lager. Eerder met pensioen gaan kan mogelijk ook gevolgen hebben voor de hoogte van het partnerpensioen dat uw partner krijgt na uw overlijden.
Wilt u uw pensioen eerder ontvangen? Neem dan minimaal 3 maanden voor de gewenste ingangsdatum contact met ons op. Vergeet daarnaast niet om uw werkgever op tijd te informeren.
Vanaf uw 68e bouwt u geen pensioen meer op. U kunt ervoor kiezen het pensioen later in te laten gaan dan uw 68e. Stelt u uw pensioen uit? Dan wordt het pensioen dat u ontvangt hoger. Het partnerpensioen dat uw partner ontvangt na uw overlijden wordt niet hoger. U kunt uw pensioen uitstellen tot uiterlijk 5 jaar na uw AOW-leeftijd.
Wilt u uw pensioen later ontvangen? Neem minimaal 3 maanden voor uw 68e jaar contact met ons op.
Misschien kiest u ervoor om voor uw 68e minder te gaan werken. Voor het gedeelte dat u niet meer werkt, kunt u uw pensioen laten ingaan. Wij noemen dit deeltijdpensioen; U laat uw pensioen (gedeeltelijk) eerder ingaan en u stopt (gedeeltelijk) met pensioen opbouwen. Dat betekent dat uw pensioen vanaf uw 68e lager wordt dan op het jaarlijkse Uniform Pensioenoverzicht (UPO) wordt getoond. Ook het partnerpensioen dat uw partner krijgt na uw overlijden, wordt hierdoor lager.
Wilt u gebruik maken van deeltijdpensioen? Neem dan minimaal 3 maanden voor de gewenste ingangsdatum contact met ons op.
U kunt ervoor kiezen om de eerste paar jaar een hoger pensioen te ontvangen. Het hoge pensioen ontvangt u voor een periode die u vooraf bepaalt. Deze periode is maximaal 10 jaar. Na deze periode wordt uw pensioen lager. Hier zijn wel voorwaarden aan verbonden: Het lage pensioen mag niet minder zijn dan 75% van het hoge pensioen.
Deze keuze heeft geen invloed op de hoogte van het partnerpensioen dat uw partner ontvangt als u komt te overlijden.
U kunt ervoor kiezen om de eerste jaren een lager pensioen te ontvangen. U bepaalt vooraf voor welke periode u een lager pensioen ontvangt. Deze periode is maximaal 10 jaar. Is deze periode afgelopen, dan wordt uw pensioen verhoogd. De voorwaarde is dat het lage pensioen niet minder mag zijn dan 75% van het hoge pensioen.
Deze keuze heeft geen invloed op de hoogte van het partnerpensioen dat uw partner ontvangt als u komt te overlijden.
Kiest u ervoor om pensioen te ontvangen vóór uw AOW-leeftijd? Dan heeft u de periode tot uw AOW een lager inkomen. U kunt de periode dat u nog geen AOW ontvangt, kiezen voor een AOW-overbruggingspensioen. Met dit AOW-overbruggingspensioen ontvangt u tot uw AOW-leeftijd een hoger pensioen. Zodra u AOW gaat ontvangen, wordt uw pensioen lager.
Het partnerpensioen is de uitkering die uw partner ontvangt na uw overlijden. In onze pensioenregeling bouwt iedereen standaard partnerpensioen op. U heeft de mogelijkheid om het opgebouwde partnerpensioen te gebruiken om uw eigen pensioen hoger te maken. Een reden hiervoor kan zijn dat u geen partner heeft of dat uw partner niet afhankelijk is van uw inkomen. U kunt het volledige partnerpensioen inruilen, dan is er geen partnerpensioen voor uw partner na uw overlijden. U kunt ook een gedeelte van het partnerpensioen inruilen. Op deze manier blijft er een lager partnerpensioen voor uw partner over na uw overlijden. Heeft u een partner, dan maakt u deze keuze samen met uw partner. In dat geval ontvangen wij van uw partner een handtekening voor akkoord.
Wilt u dat uw partner na uw overlijden een hoger partnerpensioen ontvangt? Dan kunt u een deel van uw pensioen ruilen voor een hoger partnerpensioen. Uw pensioen wordt hierdoor lager. Voorwaarden hiervoor zijn dat het partnerpensioen na verhoging niet meer bedraagt dan:
1. 70% van het salaris waarover u pensioen heeft opgebouwd, en;
2. niet hoger is dan 100% van uw pensioen.
Bij Documenten vindt u de brochure ‘Bijna met pensioen’. In deze brochure vindt u meer relevante informatie voor u als u zich voorbereidt op uw pensioen.